Traditiegetrouw vond eind augustus en begin september Het TheaterFestival plaats. Tien dagen lang kon het brede publiek haar blik verruimen met tal van evenementen, voorstellingen en workshops. Op donderdag 9 september tekende CEMPER present en stelde er de gloednieuwe Bronnengids Podium voor.
www.bronnengids.be werd ontwikkeld door CEMPER, met de steun van Kunstenpunt en met de feedback van collectiebeherende instellingen, de academische wereld en onderwijsinstellingen. Het uitgangspunt was de vaststelling dat het niet makkelijk is om bronnen te vinden over podiumkunsten. En omdat het lastig is, hindert dit het onderzoek naar podiumkunsten. Bronnengids tracht deze zoektocht te vergemakkelijken.
CEMPER nodigde Timmy De Laet (Universiteit Antwerpen), Bruno Forment (Orpheus Instituut), Tom Ruette (Kunstenpunt) en Annelies Van Assche (Universiteit Gent) uit om in gesprek te gaan over de problematiek van het vinden van bronnenmateriaal en over hoe de Bronnengids Podium daarbij kan helpen.
Moeilijkheden bij het vinden van bronnen voor dans en theater
De vier genodigden waren het erover eens: het zoeken en vinden van bronnen is een groot probleem en is een zeer tijdsintensief proces. Annelies Van Assche merkte dat haar studenten die onderzoek doen naar dans heel moeilijk vertrek- of aanknopingspunten vinden. Ze gaan naar verschillende archieven, maar tegen dat ze iets relevants gevonden hebben, is er al heel wat tijd over gegaan. Hierdoor blijven bijvoorbeeld masterproeven veeleer beschrijvend omdat er geen tijd is om de zaken uit te diepen.
“De diepgang van het onderzoek lijdt onder het zoeken van bronnen.” — Timmy De Laet
Timmy De Laet beaamde dit: “We moeten ons de vraag stellen waar de energie van de onderzoeker naartoe moet gaan: naar het zoeken van bronnen of ze daadwerkelijk analyseren?”
Hoewel de twee andere genodigden deze problemen niet ontkenden, bekijken ze dit deel van het onderzoek enigszins anders. Bruno Forment houdt bijvoorbeeld van het ploeteren en neuzen in documenten: “Ik heb een soort van wantrouwen: toont wat de archivaris me geeft wel alles? Misschien ligt er nog wat verscholen in een kast”. En: “Als je zelf zoekt, kom je misschien zaken tegen die je anders niet zou gevonden hebben.”
Dit kon op bijval rekenen van Tom Ruette: “Het pad aflopen dat je nodig hebt – en ja, dat kost veel tijd — is vaak heel boeiend werk.”
De digitalisering van de laatste twee decennia zorgde er wel voor dat die tijdsinvestering beperkter werd. Metadatering en beschrijving van bronnenmateriaal zorgen ervoor dat dit makkelijker vindbaar en ook toegankelijk wordt. Toch is de problematiek hiermee nog niet opgelost. “Onderzoek naar podiumkunsten ligt nog steeds bij het podium,” aldus Forment. “dat geeft een bepaalde impuls.”
“Complexe analytische websites van archiefinstellingen schrikken vaak af.” — Annelies Van Assche
De Laet vulde hierbij aan dat het gaat om een ‘en-en-verhaal’: “We hebben nood aan gedigitaliseerde bronnen om het proces van onderzoek te versnellen, maar we hebben ook die nabijheid nodig. Niet alleen nabijheid bij die bronnen, maar ook bij de kunstenaars.” Van Assche voegde daaraan toe dat ze merkt dat haar studenten dat soort menselijk contact belangrijk vinden. Zo zouden ze veel sneller contact opnemen met een expert of een archivaris die een helpende hand aanreikt, dan zelf in een onbekende databank op zoek te gaan. Complexe analytische websites van archiefinstellingen schrikken vaak af en creëren drempelvrees.
Bronnengids: oplossing voor de problematiek van de heuristiek?
De hamvraag van dit rondetafelgesprek was vanzelfsprekend of de bronnengids de eerder genoemde drempels (gedeeltelijk) kan oplossen. Bruno Forment stak zijn enthousiasme over de bronnengids niet onder stoelen of banken. Hij was een grote minnaar van de ‘suggestieknop’. De website maakt het immers mogelijk om gebruikers Wikipediagewijs toevoegingen op bestaande pagina’s te laten indienen of ideeën voor nieuwe pagina’s in te sturen, en dit alles onder toezicht van een moderator van CEMPER. “We zitten in een wereld van hyperspecialisme: veel mensen weten over specifieke dingen heel veel.”
“Door de Bronnengids komt er nu meer tijd vrij voor het romantische proces van het onderzoek.” — Tom Ruette
Ook Timmy De Laet feliciteerde de makers van de bronnengids. “Hier zit uren werk in. Het is voor onderzoekers en studenten het nieuwe Google”. Annelies van Assche zal de ontwikkelingen van Bronnengids alleszins verder opvolgen. Het is een tool die voor haar studenten zeker van pas zal komen. Volgens Tom Ruette komt er door de Bronnengids nu meer tijd vrij voor het eerdergenoemde proces om zelf in de archieven te zoeken. Voor hem is het leukste en interessantste aan zijn job immers mensen helpen met hun inhoudelijke vragen en niet zozeer het op zoek gaan naar de juiste bewaarplek.
De focus van de bronnengids ligt hoofdzakelijk bij het oplijsten, beschrijven van en doorverwijzen naar bewaarplekken die podiumkunstenerfgoed in hun bezit hebben. Het gaat hier om vrij eenvoudige basisinformatie.
Er zijn ook andere rubrieken, waaronder een adviespagina en een rubriek met specifieke onderzoekscases en collecties. Maar volstaat dit dan? Volgens de gastsprekers bieden deze andere rubrieken een grote meerwaarde. “Op de vroegere website van Het Firmament (de organisatie die samen met Resonant fusioneerde tot CEMPER) werden er ook vaak artikels geschreven over praktijkvoorbeelden uit het onderzoek”, zei Annelies Van Assche. “Dat waren zaken waar mijn studenten heel veel aan hadden. Het zou misschien zelfs interessant zijn om ook onderzoekscases uit doctoraten en masterproeven te laten doorstromen naar de bronnengids”.
Q&A
Op het eind van dit rondetafelgesprek werden een aantal vragen beantwoord die het publiek via een digitale interactieve wall konden insturen. Enkele van de vragen met antwoorden zijn hieronder opgelijst.
- “Vind ik op bronnengids informatie over specifieke personen die me kunnen helpen met mijn onderzoek?“
Die is er nog niet, maar een soort van onderzoekersgids zou wel handig zijn. - “Waarom beschrijven jullie vooral de instellingen en websites en niet de eigenlijke bronnen?“
Omdat er andere websites bestaan die dat al heel goed doen en waar we naar doorverwijzen. - “Heb je via de bronnengids rechtstreekse toegang tot digitale bronnen?“
Nooit rechtstreeks, dit gebeurt altijd eerst via de instelling. - “Nu ligt de focus hoofdzakelijk op theater en dans. Wanneer komt muziek aan bod?“
Eerst zullen we de fase ingaan van evaluatie: we zullen feedback vragen aan andere onderzoekers om te kijken wat en hoe we nog kunnen verbeteren. - “Wordt er ook afgestemd met de organisaties in kwestie?”
We hebben een aanzet gedaan en voorgesteld aan de meeste instellingen. - “Biedt de bronnengids voornamelijk kansen voor onderzoekers die niet in een academische setting onderzoek doen, mensen die gefascineerd zijn?”
Je mag ook de academische onderzoekers niet overschatten. In opleidingen wordt weinig vorming aangeboden over het vinden van bronnen. Ook voor onderzoekers is het een mooi instrument om het eerste duwtje in de rug te geven.