Home Nieuws Applaus bij muziek en podiumkunsten

Applaus bij muziek en podiumkunsten

Applaus is op een geheel eigen manier een vorm van immaterieel erfgoed binnen de muziek en podiumkunsten. Het is een gebruik dat wordt doorgegeven van generatie op generatie. Klappen is een wijdverspreid gebruik, maar de ongeschreven regels verschillen wel van discipline tot discipline en van regio tot regio. Hieronder lees je een uitbreiding van onze registratie op immaterieelerfgoed​.be waarbij we dieper ingaan op de evolutie van applaudisseren.

Applaudisseren is een communicatiemiddel om waardering uit te drukken. Teksten zo oud als de Bijbel verwijzen naar klappen als een teken van respect: Zo werd hij tot koning uitgeroepen en gezalfd, terwijl alle aanwezigen in hun handen klapten en riepen: Leve de Koning!’” (De Nieuwe Bijbelvertaling, 2007, 2 Kon. 11:12).

Klappen is echter niet beperkt tot een teken van waardering. Zo kan je een paar keer in de handen klappen om de aandacht van een groep mensen te trekken. Ook de snelheid en het ritme spelen een rol. Als een parodie’ op het gewone applaus, is een langzame klap vaak een vorm van spot en minachting. En soms wordt iets niet goed bevonden, maar klapt men toch mee uit beleefdheid. Daarnaast kan applaus gepaard gaan met andere geluiden (zoals fluiten of roepen) of met non-verbale communicatie (zoals stampen of rechtstaan). Wat gepast is in welke situatie wordt bepaald door ongeschreven regels.

Etiquette bij muziek en podiumkunsten

Verschillende muziekstijlen hebben hun eigen tradities wanneer het aankomt op klappen in de handen. Het kan een ritmische functie hebben, zoals bij Latijns-Amerikaanse muziek waarbij meeklappen op het ritme vaak aangemoedigd wordt. Klappen kan ook een teken van waardering zijn. Zo is het bij jazz gebruikelijk om na een geslaagde improvisatie en na het einde van een stuk te applaudisseren.

In de klassieke muziek wordt er volgens de recente traditie geapplaudisseerd wanneer de dirigent en eventueel de solist plaatsneemt op het podium. Niet tussen de delen, maar aan het einde van een muziekstuk geeft men een applaus. Ook in de opera is een applaus gebruikelijk wanneer de dirigent de zaal binnenkomt. Daarnaast klapt het publiek meestal aan het einde van de ouverture en bedrijven, na indrukwekkende aria’s en aan het einde van het stuk. Er bestaan echter ook doorgecomponeerde’ opera’s waarbij de componist geen ruimte laat tussen de verschillende delen (er blijft altijd muziek klinken). Daardoor wordt het moeilijker om te applaudisseren en moet je wachten tot het einde van een bedrijf. Een bekend voorbeeld is Tristan en Isolde. Wagner laat in deze opera geen pauze tussen verschillende aria’s én hij geeft het grondakkoord pas helemaal op het einde van de opera. Omdat er geen rustpunt is in de muziek, blijft de luisteraar zitten met een gevoel van spanning, hij voelt dat de muziek nog niet op zijn einde is.

Applaus bij theater is gelijkaardig aan de tradities binnen de opera: het publiek zal vaak applaudisseren wanneer het doek wordt opengetrokken en aan het einde van de bedrijven. Ook tijdens de voorstelling kan een applaus gegeven worden (een open doekje’), bv. bij komieke stukken ter appreciatie van een goede grap. Aan het einde van het stuk zullen de acteurs applaus halen’: ze komen tijdens het applaus het toneel op en buigen als dank voor de waardering. Wanneer het publiek gaat rechtstaan tijdens het applaus, spreken we van een staande ovatie’. Soms zullen acteurs applaus melken’: net voordat het publiek stopt met klappen, komen ze opnieuw op om het applaus langer te laten duren.

Bij de verschillende dansdisciplines wordt er gewoonlijk geapplaudisseerd aan het einde van een stuk en na een indrukwekkende solo. Ook bij circus is er tijdens de voorstellingen ruimte voor applaus.

Applaus | © Rebke Klokke

Concertetiquette door de jaren heen 

De concerten tijdens de 17de en 18de eeuw leken in niets op wat wij vandaag kennen. Bach bracht zijn werken op plaatsen waar mensen samenkwamen om te eten en drinken, tijd met vrienden door te brengen, de laatste geruchten op te vangen en, terloops, naar muziek te luisteren. In de tijd van Mozart was er meer interactie tussen uitvoerders en het publiek dan vandaag. Zo was het courant dat het publiek meezong of –floot en voortdurend om verzoekjes’ vroeg. Daarnaast was het gebruikelijk dat het publiek applaudisseerde tussen de delen van symfonieën en als er voldoende enthousiasme werd getoond, werd een deel herhaald voordat men het volgende deel speelde.

In 1820 begonnen de Parijse operaliefhebbers Sauton en Parcher een unieke onderneming: ze woonden tegen betaling opera’s bij en applaudisseerden op bepaalde tijdstippen tijdens de voorstelling. Dit werd bekend als claquer’ en bereikte zijn hoogtepunt in de jaren 1830. Vanuit Frankrijk raakte de praktijk verspreid in andere delen van Europa. Het werd zeer populair in Covent Garden in Londen, La Scala in Milaan en in de Metropolitan Opera in New York.

Vanaf 1830 evolueerde de concertstructuur. Romantische componisten wilden het publiek niet langer vermaken zoals hun voorgangers; ze wilden mensen ontroeren. Ze vatten hun muziekstuk op als één enkel werk. Mendelssohn wenste bijvoorbeeld dat zijn Symfonie nr. 3 zonder pauzes gespeeld zou worden om de gebruikelijke lange onderbrekingen’ te vermijden. Deze nieuwe manieren van componeren en luisteren naar muziek brachten verwarring met zich mee. Om het publiek te helpen, huurden de Parijse zalen de claqueurs’ in om te klappen wanneer dat gepast was. In 1913 werd de functie afgeschaft, want de 20ste eeuw was de eeuw van de muziekliefhebbers en zij wisten wanneer ze moesten klappen.

De idee dat een concert bijwonen passief luisteren’ impliceert, wordt volgens sociologen als Pierre Bourdieu toegeschreven aan het streven naar distinction’: de elite wilde via zelfbeheersing laten zien dat ze échte kenners waren en dat luidruchtige tussenkomsten (of zelfs zachtjes kuchen) veeleer iets voor het plebs’ waren.

Wagner ontwikkelde een nieuwe visie op opera. In zijn Bayreuther Festspielhaus werd de zaal tijdens de voorstellingen in duisternis gehuld en het orkest werd verborgen zodat toeschouwers niet afgeleid konden worden door de musici of de dirigent. Wagner legde voor het eerst in de geschiedenis van de muziek de volledige stilte op. Het publiek was niet gewend aan deze nieuwe regels. Léon Leroy van het tijdschrift Le Figaro woonde in 1882 de première van Parsifal in Bayreuth bij. Hij schreef:

Na het tweede bedrijf breekt er een nieuw unaniem applaus uit in de zaal. Wagner staat op van zijn stoel op de zogenaamde vorstengalerij en beveelt het publiek niet te applaudisseren. Het applaus stopt als bij toverslag. Na de derde akte blijft het publiek, met respect voor de wens van de meester, stil. Dan staat Wagner, met de logica die hem kenmerkt telkens wanneer het niet om muziek gaat, als een razende op en draagt het publiek op voor de acteurs te applaudisseren. De zaal barst uit in applaus.”

Wagner en ook Mahler waren de voorlopers van deze tempels van muziek’ waar vreugdekreten en onverwacht applaus verboden waren. Toch was het vooral na 1945 dat het applaus tussen delen van symfonieën en concerto’s stopgezet werd. Alleen in de opera, waar na grote aria’s nog applaus werd toegestaan, werd de 18de- en 19de-eeuwse geest bewaard.

Jérôme-Henri Cailleux oppert in zijn academisch werk Applaudissements et Grande Musique : histoire et significations d’un geste d’aujourd’hui (Université Paris-Sorbonne, 2000) een hypothese om deze gedragsverandering te verklaren: de komst van de radio. Voor het eerst konden de muziekliefhebbers een werk in zijn geheel beluisteren. De symfonie werd niet meer verstoord door geklap bij elke beweging. Men luisterde van het eerste tot het laatste deel, zonder enige onderbreking.

Dit artikel werd geschreven op basis van de volgende bronnen en eigen praktijkkennis:

01-03-2022

Ook interessant

21 mrt. 2024

Topstuk in de kijker: Judith ende Holifernes

In 1577 schreef de Roeselaarse rederijker Robert Lawet een toneelspel over Judith en Holifernes, een geliefd thema in de dramatiek. In 2014 werd het …
Lees meer
26 feb. 2024

Jef Van Boven maakt reconstructie van veelhoekig virginaal van Karest uit 1548

We nemen je mee in het verhaal van Jef Van Boven en het bouwproces van zijn laatste virginaal.
Lees meer
20 feb. 2024

Topstuk in de kijker: Grisildis gedicht en liederen

In 1517-1518 verzamelde Antonius Ghijselers 25 van zijn gedichten en liederen in een handschrift. Dat werd in 2007 erkend als Vlaams topstuk.
Lees meer
08 feb. 2024

De unieke muziekcollectie van de Openbare bibliotheek van Kortrijk

Vinyl en cd’s: de Bib Kortrijk bewaart ze allemaal.
Lees meer