Home Thema's CEMPER en topstukken

CEMPER en topstukken

Vlaamse muzikale topstukken in kaart gebracht

In 2004 en 2009 stelde Resonant, telkens na een bevraging van het brede culturele veld, een proeflijst op van Vlaamse muzikale topstukken. Deze studieopdrachten in het kader van het Topstukkendecreet bevatte een oplijsting van muzikale topstukken die geselecteerd werden volgens de criteria zeldzaam én onmisbaar. De Topstukkenraad selecteerde 32 muzikale topstukken uit onze eerste proeflijst in 2004 en 15 stukken uit onze tweede proeflijst in 2009.

Het opstellen van de proeflijst

Resonant heeft vanuit de verschillende thematische disciplines in het veld bevragingen en enquêtes uitgevoerd. Over de twee studieopdrachten heen werden meer dan honderd instellingen, organisaties, verenigingen en particulieren bevraagd, die in totaal (over de periode 1100-heden) meer dan honderd topstukken hebben aangemeld. Hieronder bevonden zich bladmuziek in handschrift en in druk, traktaten, muziekinstrumenten, geluidsdragers, iconografische documenten en andere objecten, en niet uitsluitend uit het domein van de klassieke’ muziek.

Uit de bevragingen is duidelijk gebleken dat tal van bewaarinstellingen (zoals algemene archieven of bibliotheken) niet beschikken over gespecialiseerd musicologisch personeel om het muzikale gedeelte van hun erfgoed adequaat te beschrijven. Desondanks bracht de bevraging voor de muzikale topstukkenlijst in de meeste gevallen een zeer positieve dynamiek teweeg.

Afbakening

De ambitie om in 2004 op korte termijn al een volledige lijst samen te stellen die het totale muzikale spectrum omvatte, was niet realistisch. Als basis voor het opstellen van deze lijst kon Resonant enkel beschikken over gebrekkige of zelfs onbestaande inventarissen en naslagwerken. Daarbij was het materiaal zeer uitgebreid en nog lang niet in kaart gebracht, laat staan geordend of geïnventariseerd. Daarom heeft Resonant, in overleg met de administratie Beeldende Kunst en Musea en naar analogie met de afbakening binnen het domein van de schilderkunst, de beslissing genomen om haar aandacht in eerste instantie te richten op de periode 1100 – 1600.

Bovendien stelden we een tweede niet-exhaustieve lijst op, om het uitgebreide muzikale erfgoed uit de periode 1600-heden vanaf het begin mee in de problematiek van de topstukken te betrekken. Deze tweede lijst met topstukken is gelijkwaardig aan de eerste, maar omwille van het vaak ontbreken van repertoria minder volledig.

Wat de regio Brussel betreft werden, in overleg met de administratie Beeldende Kunst en Musea, een aantal topstukken meegenomen uit de bibliotheek van het Brusselse conservatorium en enkele handschriften die betrekking hebben op de Vlaamse muziekgeschiedenis, maar die zich in andere Brusselse instellingen bevinden (de bibliotheek van de Bollandisten, de stadsbibliotheek en de bibliotheek van De Munt).

In 2009 kon Resonant de eerste proeflijst aanvullen met een tweede, die focuste op de periode 1600-heden.

Het (muzikaal) bewustzijn van Vlaanderen - naar een integraal erfgoedbeleid

De studieopdrachten rond de proeflijsten Muzikale Topstukken hebben ervoor gezorgd dat de problematiek van het muzikaal erfgoed op een positieve manier in de belangstelling kwam staan.

Daarbij is het erg belangrijk dat de Vlaamse regering zich niet alleen garant stelt voor de noodzakelijke continuïteit van de reeds bestaande initiatieven, maar tevens een strategisch basisplan ontwikkelt voor een integraal erfgoedbeleid om hierdoor niet alleen het muzikaal, maar ook het breed cultureel geheugen van Vlaanderen een grotere dynamiek te geven. Een cross-over’ tussen de sectoren archieven’, museale objecten’ en monumenten en landschappen’ zou wel eens tot een verrassende interdisciplinaire creativiteit kunnen leiden.